Het waren welgeteld 2 nachten en 1 dag. Het was ijs en ijskoud die dagen en zoals het ook wel een beetje hoort bij klassieke vrieskou waren de temperaturen in Friesland het aller- allerlaagst. Iedereen had het over de gevoelstemperaturen die dagen, en Leeuwarden tikte de  – 20 graden Celsius aan. Brrr…
Het bezoek aan de Friese hoofdstad, Europese Culturele Hoofdstad 2018, was allang gepland. Wegens een kleine verbouwing in ons huis waren we ‘dakloos’ voor een week en bezoekje aan de stad die ik goed, maar tegelijk misschien ook weer niet zo heel goed ken, was een mooie invulling.

Ik ken Leeuwarden uit mijn Friese jeugdjaren, van winkelen, uitgaan, vakantiewerk en stage, dat soort dingen. Zoals vele oude steden verandert ook Leeuwarden continu. De dynamiek die elke grote stad heeft is ook daar zichtbaar en voelbaar, zei het op een iets meer bescheiden Friese manier. Voelbaar was nu vooral snijdende oostenwind waardoor van fotograferen iets minder terecht kwam om het zichtbare deel vast te leggen.
Ik had mezelf wel een paar doelen gesteld: de Blokhuispoort (1850), voormalig huis van bewaring, Hotel Post-Plaza (rond 1900) , voormalig hoofdpostkantoor (en heel eventjes een klooster) en het Fries Museum (Bierman Henket architecten, nieuwe gebouw gereed 2012). We hebben het hier over drie unieke gebouwen met elk een eigen karakter.  De eerste twee zijn fraaie herbestemmingen het derde hedendaagse architectuur in de geest van en letterlijk ontsproten uit de nalatenschap van de bekende Friese architect Abe Bonnema.

Als je overnacht in het ene gebouw, koffie drinkt in het andere en o.a. de fascinerende expositie over de al even fascinerende  Mata Hari in gebouw nummer drie bezoekt, dan pik je vanzelf een flink deel van mooi (monumentaal) Ljouwert mee.

Een impressie.